Gerco Murre
Boomverzorging
Diensten
Een boom doorgaat 4 levensfasen. In iedere fase vraagt de boom een andere benadering of behandeling. Omdat de fasen nauw samenhangen met de soorten diensten die we aanbieden willen we kort ook de fasen benoemen.
​
-
Aanslagfase | 3-5 jaar na aanplanting wordt de boom en groeiplaats gemonitord op nazorg. Indien nodig worden zuurstof en water toegevoegd.
-
Jonge fase | De tijd waarin we begeleidingssnoei toepassen. (het snoeien van takken in de tijdelijke kroon met als doel, het bereiken van een solide stam en een goed ontwikkelde blijvende kroon) aan het einde van deze fase is vaak al 80% van zijn te behalen hoogte en kroonvolume bereikt.
-
Volwassenfase | Deze begint wanneer begeleidingssnoei niet meer van toepassing is. Het is een behoudende, langzaam groeiende fase. In deze fase bereikt de boom zijn maximale hoogte en kroonvolume.
-
Veteranenfase | De boom laat een gestagneerde groei zien. Twijgen en takken worden afgeworpen zodat de kroon in zijn volume afneemt en in meerdere fases uitloopt op slapende knoppen lager in de kroon en tot wel 7 keer over een langere tijd secundaire kroonvorming laat zien. Uiteindelijk krijgen schimmels de overhand tot de boom uiteindelijk afsterft. Al het hout wordt verteert en draagt weer bij aan de nieuwe generatie bomen.
1
Boom kappen
Verwijderen/kappen en snoeien van bomen door middel van klimtechnieken en afvangtechnieken om de boom veilig te demonteren en af te voeren.
​
2
Begeleidingssnoei
Snoeien van takken uit de tijdelijke kroon van een boom in zijn jonge fase, met als doel een takvrije solide stam met een goed ontwikkelde blijvende kroon te realiseren! Bijvoorbeeld voor takken in het rijprofiel van verkeer of maaiwerkzaamheden.
​
3
Onderhoudssnoei
Snoeien van volwassen bomen, gericht op voorkomen van schade, snoeien in het kader van zorgplicht, snoeien van voor overlast zorgende takken.
​
Snoeien van: schade door storm, mechanisch overbelaste takken, verzwakkingen in de structuur van de boom of vermindering van groeiruimte door werkzaamheden.
​
4
Innemen & uitlichten
Innemen: De gehele kroonomvang van de boom verkleinen door het inkorten van alle takken tot maximaal 1/3e van lengte van de takken. Er wordt geprobeerd tot op een zijtak te snoeien.
​
Uitlichten: Het selectief snoeien van takken tot maximaal polsdikte aan de buitenzijde van de kroon, met behoud van de kroonomvang om meer licht binnen in de kroon te bevorderen, waardoor de bladmassa binnen in de kroon toeneemt en om mechanische overbelasting op takken uit de kroon te verlichten.
​
5
Boom (ver)planten
Een nieuwe boom inplanten in goed voorbereide, gezonde grond, om de boom een goeie kans tot groei te geven of een boom verplanten van de ene locatie naar de andere, eveneens in goed voorbereide, gezonde grond.
​
6
Kandelaberen
Het sterk innemen van de kroon zonder de takken terug te snoeien tot op een zijtak, met als doel bijv. de mechanische overbelasting op een holle boom of bijv. ernstig wortelverlies de boom tijdelijk of langer te kunnen behouden.
​
7
Kandelaren
Het bijna volledig reduceren van de kroon zonder de takken terug te snoeien tot op een zijtak, met als doel bijv. de mechanische overbelasting op een holle boom of bijv. ernstig wortelverlies de boom tijdelijk te kunnen behouden.
​
8
Knot- & leibomen
Knotten van wilgen vanwege ziekte of verzwakkingen. Of bijv. voor houtopbrengst of landschappelijke en cultuurhistorische, ecologische redenen.
​
Leibomen snoeien d.m.v. specifieke snoei (vormsnoei) waarbij een boom word gedwongen een bepaalde vorm aan te groeien die afwijkt van zijn natuurlijke groeiwijze.
​
9
Vormsnoei
Specifieke snoeimaatregel waarbij een boom word gedwongen een bepaalde vorm aan te groeien die afwijkt van zijn natuurlijke groeiwijze. Zoals het geval is bij bijvoorbeeld leibomen, fruitbomen of windschermen.
​
10
Fruitbomen
De wintersnoei van een fruitboom zorgt voor groei van takken met vruchtvorming. De zomersnoei remt de groei. Dat heeft een positieve invloed op de kwaliteit van de vruchten, en een goede ventilatie van de kroon zorgt ervoor dat schimmelziekten en plagen geen kans krijgen.
​
11
Boomveiligheid & Advies
Inspectie en VTA-controle
-Wet Natuurbescherming
-Zorgplicht
​
12
Groeiplaatsverbetering
De bodemkwaliteit heeft een grote invloed op de conditie van de boom. Soms zijn verbeteringen aan de bodemkwaliteit rond de boom de oplossing om het welzijn en de staat van de boom te verbeteren. Dit kan bijvoorbeeld door de bewortelbare ruimte te vergroten of organische voeding aan de bodem toe te voegen. Dit is geheel afhankelijk van wat de bodemkwaliteit op dat moment is en wat de bodem al wel of niet biedt.
​
13
Hout versnipperen
Door de houtversnipperaar wordt het snoeiafval versnippert tot houtsnippers. Voor eigen gebruik of voor het kleiner vervoeren van het snoeiafval.
​
14
Kroonverankering
Het voldoen aan uw zorgplicht en veiligheid voor omgeving, het behoud van oude monumentale bomen en het voorkomen en beperken van takken die uitbreken, door een dynamische of statische verankering aan te brengen en zo de tak te stutten of op te vangen bij uitbreken of de kroon bij elkaar te houden.
​
15
Stobbefrezen
De stobbefrees wordt gebruikt om na het kappen van een boom de overgebleven boomstronk en wortels laag voor laag weg te frezen.
​